Rond UK+Ierland 2019/4: Wales: Bristol – Fishguard

10 juni: Bristol – Mathern (28,5 km – 270 m klim)

Om uit camping Enneywevvers, die diep in een vallei ligt, te geraken, moest ik een helling op die zelfs te steil was om mijn bepakte fiets te voet omhoog te duwen. Gelukkig kwam er een Aziatische jongen naar beneden gewandeld die zo vriendelijk was me een meter of 80 te helpen duwen. Hij bespaarde me enkele tochten op en neer met bagage en fiets apart. Heel de rit zat ik in de gietende regen. En om  Bristol uit te geraken kon ik niet anders dan naast hels drukke wegen fietsen. Ik was opgelucht wanneer ik eindelijk de 1-km-lange brug over de rivier Severn bereikte.

Wegens de zware regenval en tegenwind stopte ik vroeger dan gepland en belandde op een camping zonder sanitair die naam waardig: één vuil toilet en een beschadigde 'pompbak' (lavabo kun je dit niet noemen) vol spinnenwebben, in geen weken gekuist. Die boerderijcamping stond nochtans vermeld op GoogleMaps. Er stond wel een appelboom met een dicht bladerdek, zodat ik de tent met weinig last van de regen kon stellen.

Gelukkig was er de Millers Arms pub in de buurt, met een goede wifi bovenop, waar ik de avond droog en warm heb door gebracht. Daar heb ik beslist voorlopig de westelijke cycle route 4 richting Cardiff te volgen, want dinsdag werd opnieuw regen en vrij sterke noordoostenwind voorspeld. Dan heb ik toch al minstens de wind (en regen) langs achter. En in Cardiff is een jeugdherberg: een droge nacht in het vooruitzicht zonder tentzeilgewapper.

Terug bij mijn tent aangekomen, zag ik in het schijnsel van mijn koplampje dat ik lief bezoek had: een egeltje. Nooit alleen in de natuur.

11 juni: Mathern – Cardiff (58 km – 200 m klim)

Ik nam een wijze beslissing gisteravond: het werd een regenrit, maar dit maal gelukkig met rugwind, tot Cardiff Youth Hostel. Daar kon ik terecht in een groepskamer voor 8 pond! Jammer genoeg kon ik geen twee nachten boeken, een bezoek aan Cardiff zal er dus niet van komen.

Onderweg passeerde ik in Newport een indrukwekkende ‘transporter bridge’. Jammer genoeg was die niet in operationeel vandaag. National cycling route 4 leidde me er nochtans heen, maar ze is pas vanaf woensdag werkzaam. Ik moest rechtsomkeer maken en over de gewone brug rijden. Vorig jaar zag ik tijdens mijn terugkeer van de Noordkaap ook zo’n transportbrug in Noord Duitsland.

De ontwerper van dit merkwaardig transportsysteem was een Fransman, Ferdinand Arnodin.

12 juni – Cardiff - Pickeston (34,88 – 309 m klim)

De rit uit Cardiff was zoals steeds bij grote steden moeilijk. GoogleMaps wilde me langs een drukke A-road laten rijden, maar dat zag ik niet zitten, met de perikelen naast zo’n weg bij Brighton nog levendig in mijn geheugen. Op een fietskaartje stond fietsroute 88 uitgestippeld die mij terug naar NC4 zou leiden, de mooie, vrijwel autoloze route van gisteren.

Ik vond een straat waar route 88 langs kwam, maar jammer genoeg was het een niet-gemarkeerde route. Onmogelijk te volgen met enkel een klein overzichtskaartje op mijn mobieltje.
Tot Barry was het dus veel zoeken en drukte, maar zodra ik over de heuvelrug was waartegen Barry gebouwd is, daalde ik plots af in de oase van rust van het Porthkerry country park, met iets verder een taverne met zicht op het brede kanaal van Bristol.
Het vervolg van de route tot Happy Jakes campsite -- een die niet op GoogleMaps stond -- verliep aangenamer. Omdat er weer donkergrijze regenwolken samenpakten, ben ik maar wijselijk bij Happy Jakes gestopt. De camping waarnaar ik onderweg was, lag nog +20 km verder.

13 juni: Picketston – Port Talbot (35,79 km, 297 m klim)

Opnieuw veel regen vandaag, wat het fotograferen met een touchscreen mobieltje bemoeilijkt. Toen ik op een houten bank voor een kruideniertje een korte lunchpauze nam, kwam er een jong vogeltje met hongerige oogjes naast me zitten. Enkele brokjes koek gingen er gretig in.

In het Gwledig Margam Country Park was het even verademen zonder verkeer langs me heen. In Port Talbot vond ik een betaalbare B&B en kon ik me een nachtje regenkamperen besparen.

14 juni: Port Talbot – Cwmffrwd (77 km – 522 m klim)
Opnieuw vertrokken met regen, maar toen ik Swansea doorkruiste hield het even op en maakte ik van de gelegenheid gebruik de benen even te strekken op het wijdse strand. Daarna ging het verder via een fietsroute rond Swansea Bay en langsheen een losstaande trap naar de hemel. Voorbij Swansea zwenkte de voormalige treinroute die ik volgde terug richting binnenland en begon het steile klimwerk opnieuw. De laatste 10 km waren voornamelijk bergop, maar wel 'fietsbaar', behalve het laatste stukje door de modder tot camping CwmTycoed. Een heel rustige camping midden in de natuur. Heel verzorgd sanitair, inclusief composttoiletten. Iedere 'pitch' heeft een openluchtkeukentje, water en een BBQ. Yoert en grote punttenten te huur voor wie zonder eigen materiaal reist. Zeker een aanrader voor rustzoekers.

15 juni: Cwmffrwd —Penrherber (37 km – 697 m klim)

Vanmorgen was me een uurtje droog fietsen gegund. Net voor een verschrikkelijk steile helling gingen de hemelsluizen echter opnieuw open en stortte er een regengordijn uit de hemel waardoor ik met een aandampende bril nauwelijks kon zien waar ik reed. Er zat niets anders op dan naast mijn fiets in die drash even te wachten tot het ergste voorbij was, want beschutting was er niet te vinden. Gelukkig brak kort nadien de zon terug door de wolken, en toen ik de heuvel op was zag ik een golf met een taverne die open was. Die kwam als geroepen om te lunchen en ondertussen mijn natte plunje te laten drogen. In de namiddag bleef het gelukkig droog.

Nadat ik op camping Dolbryn mijn tent gesteld had, werd ik uitgenodigd voor thee en koekjes door Helen Harris en haar vrienden. Ze stonden versteld dat ik alles per fiets doe. Blijkbaar is fietsreizen in GB minder populair dan op het continent. Toegegeven dat de steile heuvels hier in Wales niet uitnodigen om op een fiets te springen…

's avonds hebben we samen nog een pot gepakt en wat gekeuveld in het hoevecafé bij de camping. Resultaat van die plas bier: 's nachts in de regen uit mijn warme slaapzak voor een plas. Hoe was dat gezegde van boontje en loontje?

16 juni – Penrherber – Fishguard (43,8 km – 634 m klim)

De afsluitende rit in Wales was opnieuw geen hoogvlieger. Na een regennacht ben ik rond de middag droog kunnen vertrekken, maar na een poosje had ik terug 'prijs'. Nonstop door heftige regen en wind tot Fishguard.

Tot Fishguard volgde ik een B- en A-weg en waren alle hellingen fietsbaar. In Fishguard zelf trakteerde Wales me op een laatste kers op de taart: na een afdaling van 12% tot op zeeniveau kruiste ik de rivier, waarna een helse ‘fietsduw’ klim volgde naar het dorp. De foto's van de Fishguard baai zijn tijdens dat geduw genomen.

De ferry naar Rosslare in Ierland vertrok om 23:45, dus ik had meer dan genoeg tijd om lekker veggie te eten in The Royal Oak Inn en dan op mijn gemak af te dalen naar de ferryterminal om een ticket te kopen. Da's weeral een natte tentnacht uitgespaard. In The Royal Oak belde ik naar een camping even voorbij Rosslare om te melden dat ik rond 5 uur ’s ochtends zou arriveren. De receptie was zo vriendelijk me de nummer van een plek toe te wijzen waar ik mijn tent al mocht opstellen totdat de receptie opende.

Conclusie Zuid-Wales: buiten het weer, want dat is wat het is, is Zuid-Wales geen 'cyclists' delight'. Het binnenland is erg vermoeiend omdat het bijna nonstop steil klimmen en dalen is. Dat klimmen op zich is geen bezwaar, maar voor al die moeite word je hier nauwelijks landschappelijk beloond. In het hooggebergte word je getrakteerd op adembenemende panorama's, maar hier fiets je vrijwel permanent tussen hoge grasbermen met nog eens een haag erbovenop. Als het ware door een lange groene tunnel, met af en toe een doorkijkje aan de ingang van een weiland. Het enige voordeel van die bermen is dat ze de wind wat matigen, want die is hier ook steeds van de partij.

Alle foto's in één oogopslag